De O21-jeugdbeker is een toernooi dat vergelijkbaar is met dat om de nationale beker, maar dat wordt gespeeld met O21-teams. Iedere club die aan de start van het seizoen een O21-team heeft doet mee aan de Jeugdbeker.
Het toernooi om de Jeugdbeker wordt voor het eerst gehouden in seizoen 10 in ieder land dat aan het begin van het seizoen minimaal 8 O21-teams heeft.
De regels zijn gelijk aan die voor de nationale beker. Er wordt steeds één wedstrijd gespeeld en de winnaar gaat door naar de volgende ronde. Teams uit hogere competities stromen later in het toernooi in en spelen uitwedstrijden tegen teams uit lagere competities. Het team dat als laatste overblijft, is de winnaar.
Niet alle teams starting in dezelfde ronde. De volgorde van plaatsing wordt gedaan op basis van het niveau waarop het team in het volgende seizoen actief is. Binnen hetzelfde niveau worden de teams gerangschikt op populariteit. Bijvoorbeeld, de laatste 4 teams die tot de beker toetreden zijn 4 teams van niveau 1 in reguliere competitie met de hoogste populariteit.
Als er minder dan 8 teams met een O21-ploeg zijn in je land, dan zul je geen Nationale O21-beker hebben. In plaats daarvan kun je meedoen aan de O21-beker voor kleine landen. Plaatsing in dit toernooi wordt gedaan op basis van populariteit, hoe hoger je populariteit, des te laten je in het toernooi instroomt.
Het thuisvoordeel wordt op dezelfde manier bepaald als bij de gewone beker. Het team met het hoogste niveau speelt uit. Als beide teams op hetzelfde niveau actief zijn, wordt willekeurig bepaald welk team thuis mag spelen. Net als bij de O21-competitie hebben de wedstrijden ook hier geen bezoekers. Er is dus geen stadioninkomen, maar wel thuisvoordeel.
Iedere speler krijgt 270 ervaringspunten voor de eerste drie wedstrijden in de Jeugdbeker. Anders dan bij de O21-competitie wordt de wedstrijdteller niet gedeeld met de gewone beker. Een speler kan dus ervaring opdoen in drie wedstrijden om de Jeugdbeker én drie gewone bekerwedstrijden.
