Wedstrijden en strategie: De basisprincipes

De wedstrijdsimulator werkt met beurten. Iedere minuut van de wedstrijd worden er twee beurten uitgevoerd. Een beurt bestaat uit twee fases.

De bewegingsfase

In de bewegingsfase kunnen alle spelers een of twee vakken bewegen. Of ze bewegen hangt af van de positie waarop ze opgesteld zijn en hun snelheid.

In deze fase moet de speler met de laagste "taktiek" als eerste bewegen. Hoe hoger de taktiek van een speler, hoe later hij mag bewegen. Dit betekent dat hij weet waar de andere spelers heen zijn gegaan voordat hij zelf moet bewegen.

Acties

In de actiefase krijgen alle spelers een kans om een actie te maken.

Een actie kan bijvoorbeeld een poging zijn om de bal over te spelen of om te proberen de bal van een tegenstander af te pakken of te proberen te scoren.

In deze fase mag de speler met de hoogste taktiek eerst iets doen. Zodra een actie gemaakt is eindigt de beurt.

Het veld

Het veld is verdeeld in regio's. Spelers kunnen van de ene regio naar de andere verplaatsen. Spelers kunnen overspelen binnen hun regio, naar een aangrenzende regio of, als ze sterk zijn, zelfs over meerdere regio's heen.

Scoringsposities

Spelers op de velden 9, 11, 12, 13 en 14 kunnen proberen een doelpunt te maken. Hierbij is de vaardigheid "scoren" het belangrijkst. Hoe verder van het doel, hoe belangrijker kracht ook wordt. Als een tegenstander een overtreding maakt op één van deze velden dan krijg je een directe vrije trap. Als er in regio 14 of 1 een overtreding gemaakt wordt dan wordt er een penalty toegekend.

De spelers

Alle spelers krijgen een positie in de opstellen (bijv. "Centrale Verdediger" of "Spits"). Dit bepaalt hoe ze zich zullen gedragen in een wedstrijd. Defensieve spelers zullen meer achter blijven terwijl aanvallende spelers sneller zullen proberen op doel te schieten en minder snel geneigd zijn de bal over te spelen naar een teamgenoot.