Als een speler wedstrijden speelt, dan raakt hij vermoeid. Als je alleen maar competitiewedstrijden speelt, dan hoef waarschijnlijk weinig aandacht te besteden aan vermoeidheid. Als je team ver begint te komen in de beker, en misschien zelfs de Champions League, dan zul je meer dan een wedstrijd per dag spelen en dan kan het een behoorlijke uitdaging worden om je spelers fit te houden.
Hoe snel een speler moe wordt hangt af van de volgende factoren:
De basisvermoeidheid na een wedstrijd hangt af van het aantal minuten dat een speler op het veld stond en het aantal keren dat hij naar een ander vlak op het veld bewoog. Als een speler alleen maar op de bank zat, dan wordt hij niet moe.
Hoe hoger het uithoudingsvermogen van een speler, hoe minder moe hij wordt.
Het type wedstrijd heeft ook invloed op hoe snel een speler moe wordt. Vriendschappelijke wedstrijden en interlands maken een speler minder snel moe. Champons League en officiële wedstrijden voor het nationale elftal zal een speler 10% extra vermoeidheid opleveren.
Vermoeide spelers spelen minder goed. Een laag vermoeidheidsniveau heeft bijna geen effect op een speler, maar wanneer een speler in het geel of in het rood van de vermoeidheidsindicator terechtkomt dan zullen de effecten duidelijk merkbaar zijn.
Een speler die bijzonder vermoeid is, heeft ook een grotere kans om geblesseerd te raken.
De daadwerkelijke vermoeidheid van een speler wordt tijdens de wedstrijd geüpdate. Dit betekent dat een speler met een laag uithoudingsvermogen of die al vermoeid aan de wedstrijd begon al snel in het geel of rood kan zitten tijdens de wedstrijd.
